Mijn naam is Roos. Ik ben 3 jaar als mijn moeder overlijdt in het kraambed. De baby mag wel blijven leven, mijn kleine broertje Dolf.

Mijn papa, die met ons achterblijft heeft een goede baan. Hij kan een huishoudster inhuren die voor ons drieën gaat zorgen. En zo doet Els haar intrede bij ons.
Els zorgt, kookt en poetst en dat het een lieve lust is.
Papa en Els vinden elkaar wel aardig en na een paar jaar vraagt papa haar ten huwelijk. Het is een groot feest. Iedereen is blij, maar ik mis mijn mama. Was zij maar hier.
Ik krijg nog meer broertjes en zusjes, wel zes.
Papa is veel van huis voor zijn werk. Els staat er alleen voor. Zij kan het huishouden niet meer aan. En als een boze stiefmoeder tovert ze mij om tot haar Assepoetser. Ze snauwt en commandeert mij hele dagen. Ik moet koken, poetsen en voor mijn broertjes en zusjes zorgen. Dat laatste doe ik overigens met veel liefde en plezier. En voor mijn papa wil ik alles goed doen. Ik ben trots op mijn papa en mijn papa is trots op mij. Altijd als papa thuis komt, vraagt hij als eerste: “Waar is mijn Roos?” We knuffelen en praten wat. Ik krijg zijn volle aandacht. Ik doe mijn best om hem in een goed humeur te houden, dus ik vertel niets over mijn taken in het huishouden. Ik heb het wel eens geprobeerd maar Els zegt dan dat ik teveel fantaseer en overdrijf. Papa zegt dan dat het heel normaal is om te helpen in het huishouden. Maar het is geen helpen wat ik doe, ik run het huishouden alleen en het blijkt dat ik het beter kan dan Els. Dat is iets wat Els mij niet in dank afneemt. Soms zegt Els tegen mij als ze loopt te snauwen: “Kijk, dit is eigenlijk voor jou, maar jou mag ik niet slaan.” Dan geeft ze mijn jongste broertje dat rustig zit te spelen een klap tegen zijn hoofd. Pesterijen zijn normale zaken geworden en ik doe mijn uiterste best mijn broertjes en zusjes niet nog meer klappen te laten opvangen.
Maar als je denkt dat  het niet meer erger kan, dan komt Anna!
De jongste zus van Els trekt bij ons in, Anna. Samen kunnen ze mij wel aan. Ze sarren en treiteren. Ze maken mijn leven tot een ware nachtmerrie.  Ik ben nu 15 jaar en ik trek mijn eigen plan. Elke dag vertrek in vroeg van huis. Ik haal vriendinnen op om mee naar school te fietsen. Na de les blijf ik zolang mogelijk in de bibliotheek zitten of  ik ga met vriendinnen mee naar hun huis om huiswerk te maken. Soms mag ik mee-eten bij de vriendinnen, soms trek ik iets uit de muur. Ik heb een bijbaantje in een chique restaurant, ook daar kan ik eten krijgen. Om half elf ‘s avonds  kom ik weer thuis. Els en Anna slapen dan al. Papa zit dan nog in de woonkamer, met een borrel voor het slapen gaan, op mij te wachten. Dan heb ik een half uurtje met mijn papa samen. Voor mij het mooiste moment van de dag.
Totdat ik op een avond weer stilletjes thuiskom en ik Anna op mijn papa’s schoot zie zitten. Heftige steken van jaloezie gaan door mij heen, afgewisseld met ongeloof. “Hoe kan dat nou?” Ik sluip weer zachtjes weg. Diep in de nacht kom ik weer thuis, nu is er niemand meer in de woonkamer. Even later in bed kan ik alleen maar huilen. Mijn papa..
De avonden daarna is papa weer gewoon mij papa. We praten wat over school, sport, politiek en klassieke muziek en alles lijkt weer als vanouds.
In de weekenden kan ik Els en Anna niet altijd ontlopen. Anna wordt steeds luier en dikker. En op een dag is Anna weg.
De relatie tussen papa en Els is duidelijk bekoeld. De bedden op hun slaapkamer staan niet meer tegen elkaar aan. Als er iemand kijkt geven ze elkaar een kus. Een judaskus denk ik dan. Voor de buitenwereld weten ze de schijn goed op te houden, maar ik weet wel beter.
Een paar maanden nadat Anna ons huis verlaten heeft, krijg ik te horen dat zij gaat trouwen. Zij trouwt met een man die twintig jaar ouder is dan zij. Ze gaat ver van ons vandaan wonen, gelukkig. Waar ze in die maanden geweest is wordt niet over gesproken.

18 jaar, oud genoeg om het huis uit te gaan. Ik reis af naar Singapore, daar ga ik studeren, daar wil ik carrière maken. In Singapore vind ik ook mijn eerste liefde, Peter. Na enkele jaren kom ik erachter dat Peter mij belazert, op meerdere fronten. Ik laat Peter achter en ga weer naar Nederland.
Hier kan ik een leuke baan vinden en een leuk appartement. Ook is het prettig om mijn broers, zussen en vooral mijn papa weer te zien.
Nog enkele jaren kan ik van mij papa genieten en dan komt het onvermijdelijke afscheid. Hij vertrekt, weg uit dit aardse bestaan. En ik vind me met 27 jaar jong een eenzame, verdrietige wees. Mijn papa!
Een paar maanden na de uitvaart belt Els mij op, ze wil me graag spreken. Bepakt met een flinke portie argwaan ga ik naar haar toe. Ik denk voorbereid te zijn op het ergste. Mijn onzichtbare harnas aan, en hup naar binnen.
De ontvangst is niet vriendelijk. Sinds de dood van papa heeft ze haar ware gezicht op. Ze hoeft de schijn niet meer op te houden. Iedereen kan nu zien dat ze mij niet mag.
En Els vertelt: “Je vader heeft in de tijd dat Anna hier in huis was, Anna meerdere malen verkracht. Je pa is een kinderverkrachter, een pedofiel, een incestpleger!”
Ik staar haar vol ongeloof aan, “mijn papa”?
“Anna is hier weggegaan omdat ze zwanger was van je pa, je hebt er een halfbroertje aan overgehouden. Het kind is ter adoptie weggegeven. Je pa en ik zijn daarna voor de vorm en voor de kinderen bij elkaar gebleven. En nu is het tijd dat de wereld de waarheid weet!”
Het zou prettiger geweest zijn als Els mij een mes in de rug had gestoken. “Mijn pa? Een verkrachter?”
Nachtenlang lig ik wakker, afwisselend piekerend en huilend. Mijn harnas was niet bestand tegen deze aanval. Mijn wereld is ingestort.
Het weekend na het gesprek met Els reis ik af naar Stroe. Daar woont Anna nu. Ik wil weten waar en hoe ze leeft en uiteraard wil ik haar spreken. Anna is voorbereid, ze was al voorgelicht door haar oudere zus: “Daar ben je dan, oogappeltje van Dré! Kom binnen, dat praat makkelijker.”
Anna vertelt haar verhaal. Waarom ze destijds bij ons kwam wonen, er was sprake van seksueel lastig vallen in haar dorp van herkomst. Dat ze nog erg jong was, 18 jaar en dat ze zeer gevoelig was voor de warmte en aandacht die Dré haar gaf. Dat ze niet op kon tegen zijn charmes en dat ze door hem meerdere malen genomen is. Dat gebeurde meestal overdag, als de kinderen naar school waren en Dré even thuis was voor de lunch. Els was op die tijdstippen vrijwilligerswerk in het bejaardenhuis even verderop aan het doen. Dat het in die tijd een schande was om ongehuwd zwanger te zijn en dat ze naar een kliniek voor alleenstaande moeders is vertrokken. Daar is ze bevallen van een gezonde jongen. Ze heet het kind heel even mogen zien, het kind is daarna door zijn pleegouders meegenomen.
Ik bedank Anna voor haar verhaal en ik vertrek weer uit Stroe. De rest van het weekend gebruik ik om nog andere ooms en tantes te bezoeken. Ik wil het hele verhaal weten nu. Maar niemand weet wat er destijds bij mij thuis gebeurd is. Ze kunnen alleen bevestigen dat Anna jong was en Dré aimabel.

En nu, nu blijf ik met zoveel vragen zitten:

–          Was 18 jaar jong destijds?

–          Kon Anna niet tegen hem op?

–          Was er sprake van verkrachting?

–          Heeft Anna hem verleid?

–          Is mijn papa niet die lieve, grappige, wijze man?

 

Plaatsen, namen en data zijn gefingeerd, dit om de privacy van de betrokkenen te waarborgen.
Gelijkenissen berusten op louter toeval.